Speltakken

Bij SJDA hebben we verschillende leeftijdsgroepen (speltakken). Iedere speltak heeft zijn eigen thema en activiteiten.

De kinderen van groep 2 en 3 worden bij Scouting ‘bevers’ genoemd. Bij de bevers ligt de nadruk op het spelen en leren in de natuur. Ze doen samen met andere kinderen leuke spelletjes in een veilige omgeving. Zo leren ze spelenderwijs samen te werken onder leiding van deskundige vrijwilligers.

De bevers spelen in het thema van het dorp Hotsjietonia en gebruiken hierbij hun fantasie. Dit draagt bij aan de ontwikkeling van de kinderen. In het dorp Hotsjietonia wonen allerlei verschillende mensen, waaronder Stuiter. Stuiter is een bever die dezelfde groei en ontwikkeling doormaakt als de bevers in een groep. Stuiter is een androgyn figuur, zodat zowel jongens als meiden zich met Stuiter kunnen identificeren.

In het dorp Hotsjietonia maken de bevers allerlei avonturen mee en leren ze van alles en nog wat. Ze knutselen en zingen met Keet en Fleur Kleur, ze leren dingen over de natuur bij Bas Bos en Rebbel, ze horen over andere landen bij Sterre en Steven Stroom, komen tot rust bij Noa en gaan koken met Rozemarijn. Ook met Professor Plof en Stanley Stekker is er altijd wat te beleven. De verschillende activiteitengebieden (verzamelingen van activiteiten die qua onderwerp bij elkaar horen) zorgen ervoor dat er veel variatie in het programma zit en kinderen elke week iets anders doen. De vaardigheden die kinderen bij de bevers opdoen, worden uitgebouwd bij de welpen zodat kinderen zich continu blijven ontwikkelen.

De kinderen van groep 4, 5 en 6 spelen in de jungle. Samen met de figuren uit Jungleboek beleven ze de spannendste avonturen. Bij het spelen aan de hand van een thema gebruiken de welpen hun fantasie en dit draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen. Dit alles gebeurt onder leiding van deskundige vrijwilligers. Lees meer over wat Scouting is.

De welpen spelen in het thema van Jungleboek en beleven allerlei spannende avonturen in de jungle. De welpen identificeren zich met Mowgli of Shanti en spelen in de jungle met hun vrienden Baloe, Bagheera, Rikki Tikki Tavi, Marala en vele anderen. In de jungle is er altijd wat te doen en elk dier heeft zijn of haar eigen wijsheden en favoriete bezigheden.

Chil vertelt de welpen bijvoorbeeld alles over vogels en Raksha weet weer veel over de verschillende dierensporen in de jungle. Met Marala zingen de welpen een leuk liedje en met de schildpad Oe leren ze alles over de onderwaterwereld. De verschillende activiteitengebieden (verzamelingen van activiteiten die qua onderwerp bij elkaar horen) zorgen ervoor dat er veel variatie in het programma zit en kinderen elke week iets anders doen. Op alles wat de kinderen bij de welpen leren, wordt voortgeborduurd bij de scouts.

De kinderen van groep 7, 8 en de eerste klas van de middelbare school heten ‘scouts’. Scouts zijn niet meer bezig met het spelen in thema. Bij de scouts ligt de focus op het bewust ontwikkelen van hun Scoutingkennis en -vaardigheden. De verschillende activiteitengebieden (verzamelingen van activiteiten die qua onderwerp bij elkaar horen) zorgen ervoor dat er veel variatie in het programma zit en kinderen elke week iets anders doen.

Na de scouts komen jongeren vanaf de tweede klas bij de ‘explorers’. In deze groep gaan ze zelf aan de slag met het organiseren van hun opkomsten, weekenden en het zomerkamp. Waar bij de andere speltakken de leiding het volledige programma verzorgt, is dat bij de explorers slechts voor een gedeelte. De leiding neemt een meer begeleidende rol aan om de explorers te leren zelf programma’s te maken en uit te voeren.

De explorers dragen ook bij aan de gehele groep door te helpen bij groepsactiviteiten en programma’s voor jongere groepen te organiseren. De oudste explorers kunnen – als ze willen – als hulpleiding meedraaien bij de bevers en welpen.